Ecologisch vs. biologisch

Ecologische en biologische voeding zijn geen synoniemen: ecologische voeding maakt deel uit van de ecologische visie en levenswijze, waarbij het respect voor mens én milieu centraal staat. Op het vlak van ecologische voeding betekent dit dat je je engageert om op een kritische en bewuste manier te consumeren in verbondenheid met je omgeving. Biologische voeding komt tot stand na biolandbouw. Biolandbouw verschilt van de gangbare landbouw door geen chemische insecticiden, chemische herbiciden en kunstmest te gebruiken.

Seizoensproducten

In elk stuk groente of fruit zit er meer verbruikte energie dan je zou denken. Groenten of fruit telen, oogsten, wassen, snijden, blancheren, steriliseren, vriezen, verpakken en transporteren vergt allemaal indirecte energie. Factoren die bijdragen tot indirecte energie zijn verwarmde serres, de productie van bestrijdingsmiddelen, meststoffen en de vele bewerkingen die onze voeding ondergaat in onze huidige westerse samenleving.

Door ecologische voeding te telen, wil men het energieverbruik zo veel mogelijk beperken. Door seizoensgebonden groenten en fruit te kopen, beperk je allerlei energieopslorpende processen zoals transport, bewaarmethodes en teeltwijze. Seizoensgebonden producten zijn bovendien een pak goedkoper!

Streekeigen producten

Sta eens stil bij welke weg groenten afleggen voor ze in de winkel liggen. Niet elke vorm van gemotoriseerd transport vervuilt immers even sterk. Het vliegtuig vervuilt het meest en wordt vooral gebruikt voor het vervoer van snel bederfbare groenten en fruit. Producten die langer goed blijven, worden vaker per boot vervoerd, waardoor het energieverbruik relatief beperkt is. Door te kiezen voor lokale producten kun je verre, energieverslindende en overbodige transporten vermijden.

Minder vlees of vegetarisch eten

Vlees eten kost de aarde heel veel energie. Er is immers een enorme hoeveelheid veevoeders en graan nodig om het vee te kweken. Voor elke 200 gram vlees die je eet, verbruik je ook 1,5 à 2 kilogram graan in de vorm van veevoeder. In de plaats van alléén een stuk vlees te eten had je dus ook zeven à tien mensen kunnen voeden. De Belgische bevolking eet gemiddeld 100 kilogram vlees per jaar. De menselijke behoefte aan vlees is echter veel kleiner, met een derde zou je al ruimschoots toekomen. Onze eiwitbehoefte kan zelfs zonder vlees voldoende gedekt worden.

We kunnen overigens enkel zo veel vlees produceren door massaal veevoeder in te voeren, meestal uit derdewereldlanden. Dat vervoer is milieubelastend. Denk maar aan alle kilometers om granen en oliezaden uit Latijns-Amerika naar hier te vervoeren om onze varkens te voeden. Bovendien krijgen we een overschot aan nutriënten zoals kunstmest, maar ook de dierenmest waarmee de boer blijft opgescheept en waarvoor hij geen velden meer heeft om die over te spreiden.

Ten slotte wordt de grond in de derdewereldlanden onttrokken aan de plaatselijke bevolking om er grote plantages te maken waarop men veevoer voor uitvoer naar Europa teelt. De grond raakt daardoor helemaal uitgeput.

Weinig bewerkte voeding

Onbewerkt voedsel bevat geen kleurstoffen, conserveermiddelen, geurstoffen, smaakverbeteraars, herbeciden, pesticiden, insecticiden of hormonen. Voedsel bereikt zelden onbewerkt ons bord. Denk maar aan rijst die wordt ontdaan van de zemelen (witte rijst) en suiker die bewerkt wordt (kristalsuiker). Zelfs verse groenten en fruit ondergaan vaak heel wat bewerkingen. Ze worden bijvoorbeeld bespoten met glansmiddelen.

Voedsel bewerken vraagt veel energie. Veel van de gebruikte hulpstoffen zoals bewaarmiddelen, kleurstoffen, smaakverbeteraars, enzovoort hebben bovendien mogelijk een schadelijke invloed op onze gezondheid. Ecologisch gezien probeer je dus best om voedsel zo onbewerkt mogelijk te consumeren. Men kiest voor volwaardige voedingsmiddelen zoals ruwe (riet)suiker, volkoren brood, verse groenten en fruit in plaats van diepvries of ingemaakt,... Daarnaast vermijd je best kunstmatige toevoegingen zoals kleur- en smaakstoffen en bewaarmiddelen.

Afvalarm

Er bestaan verschillende manieren om producten te bewaren: groenten in blik, in glas, diepgevroren, gedroogd,... Deze processen vragen extra energie en de eindproducten bevatten vaak toegevoegde (bewaar)elementen. Bovendien komen zowel de grondstoffen als de verpakkingen meestal van de andere kant van de wereld. Als je op een verantwoorde manier wil kopen is het belangrijk om zo veel mogelijk afval te vermijden. Koop geen koekjes die per twee verpakt zijn voor een groep van vijfentwintig mensen, maar kies voor één grote verpakking. Kies bovendien zo veel mogelijk voor statiegeldverpakkingen. Dat betekent dat je een deel van je geld terugkrijgt als je het leeggoed binnenbrengt.

Biologische voeding

Biolandbouw verschilt van de gangbare landbouw door geen chemische insecticiden, chemische herbiciden en kunstmest te gebruiken. Uit een Brits onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat de biodiversiteit, de enorme rijkdom van dieren en planten in hun verschillende leefomgevingen, op biologische akkers veel groter is dan die op gewone akkers. Ook voor boerderijdieren is biolandbouw beter. Ze streven naar een grotere bewegingsvrijheid, de dieren komen vaker buiten en krijgen biologisch voeder.

Eerlijke handel

Een rechtvaardige prijs en de kans op een menswaardig leven zijn kernideeën van eerlijke handel. Eerlijke handel zorgt voor meer dan alleen maar inkomens- en bestaanszekerheid. Het zelfrespect, de eigenwaarde, de weerbaarheid en de mondigheid van de producenten krijgen een fikse duw in de rug. Eerlijke handel maakt het mogelijk voor de producenten en vaak voor de hele gemeenschap om hun toekomst weer in eigen handen te nemen.

Meer info: www.fairtrade.com

De ecologische voetafdruk

De methode van de ecologische voetafdruk is ontwikkeld door William Rees en Mathis Wackernagel, twee Canadese onderzoekers van de universiteit van British Columbia. Zij zochten een originele manier om sociale rechtvaardigheid en respect voor het milieu te meten. Ze ontwikkelden een meeteenheid die aangeeft hoeveel oppervlakte land er nodig is voor alles wat we produceren en aan afval achterlaten of verwerken.
                             
Ze noemden hun methode de ‘Ecological Footprint’. In het Nederlands dus ‘Ecologische Voetafdruk’. Maar omdat het niet alleen over ecologie gaat, kan men ook, zoals in Nederland, van de ‘Mondiale Voetafdruk’ spreken.

Wil je je eigen ecologische voetafdruk meten? Probeer dan eens de JeRometer.